
Mieke Henckens
2 BASO Nederlands-Engels
Huiswerkbegeleiding
Lector: S. Claerhout
Eindverslag en reflectie
Ik was niet aanwezig tijdens de sessies van PPDV, omdat ik die niet moet volgen. Voor mij was het dus verwarrend om op school toe te komen en te ontdekken dat wij die lesuren geen les kregen, maar gewoon naar een stageschool moesten. De bedoeling van het project was me niet helemaal duidelijk, maar ik veronderstelde dat ik al doende ging leren.
Thuis kreeg ik een e-mail van Naomi, een meisje dat ik op dat moment helemaal niet kende. Ze vertelde me dat wij samen in het Ensorinstituut in Oostende huiswerkbegeleiding gaven. We maakten samen een afspraak om de school al eens te bezoeken. Deze afspraak verliep heel vlot. De adjunct-directeur ontving ons hartelijk en vertelde ons wat hij verwachtte van ons en het project. Hij deelde mee dat er elke dinsdag twee opeenvolgende sessies waren, de leerlingen hebben namelijk op een ander moment gedaan met de lessen. Na dit bezoek was ik benieuwd naar het verloop van de huiswerkbegeleiding.
De eerste huiswerkbegeleiding werd duidelijk dat er verschillende problemen waren. Ten eerste was de groep eigenlijk veel te groot om de leerlingen een goede individuele begeleiding te geven. Als je uitleg geeft aan één leerling, is het moeilijk om de rest bezig en stil te houden. Een tweede probleem was dat sommige leerlingen amper huiswerk hadden, omdat ze dit al thuis hadden gemaakt of ze veel praktijklessen hadden. We moesten dus zorgen dat we elke week verschillende extra oefeningen bij ons hadden. We leerden hen ook soms extra dingen aan, die ze niet in de les gezien hadden. Ten derde was er nog het probleem dat verschillende leerlingen wel huiswerk hadden of moesten leren, maar dit materiaal hadden ze niet altijd bij zich. Er was ook nog een vierde probleem, dit hield verband met de aanwezigheden. Sommige leerlingen kwamen amper naar de huiswerkbegeleiding. Andere waren iets te enthousiast en brachten vrienden mee die eigenlijk niets te doen hadden. Het vijfde probleem was dat we nooit wisten wat de leerlingen zouden meebrengen, qua inhoud konden we dus niet veel voorbereiden. Ook ondervond ik heel wat problemen bij bepaalde vragen, bijvoorbeeld over natuurwetenschappen en aardrijkskunde.
Aan het begin van elke sessie vroegen we de leerlingen om hun agenda open te leggen en in orde te maken. Daarna moesten ze in groepjes gaan zitten, naargelang het huiswerk of het vak dat ze wilden leren. De leerlingen die niets te doen hadden zaten samen om extra oefeningen te maken. Naomi en ik verdeelden de groepen en hielden zo alles in het oog. De leerlingen konden me altijd vragen stellen, maar ik moedigde ze vooral aan om elkaar te helpen.
De leerlingen zelf waren meestal behoorlijk enthousiast en bereidwillig om mee te werken. Enkele leerlingen zagen de huiswerkbegeleiding niet echt zitten, maar door onze creatieve aanpak vonden ze het toch leuk. De meeste leerlingen kwamen op een regelmatige basis naar de sessies.
Ik vond het leuk om de leerlingen te helpen bij hun huiswerk en het studeren. Het is altijd leuk als je ziet dat je inspanningen een goed resultaat opleveren. Voor de toekomst zou ik wel wat minder papierwerk willen hebben voor dit project. Ik stak meer tijd in het zoeken van een goede bezighouding van de leerlingen (extra oefeningen, extra leerstof, extra memorisatietechnieken), dan in het effectief begeleiden van hen. Ook de verslagen, logboeken en fiches nemen heel veel tijd in beslag. Ook zou ik het beter vinden als de leerlingen per vak of leerstoornis ingedeeld worden. Zo zijn de taalklasjes volgens mij een goed idee en ook een groep die werkt rond begeleiding van dyslectische leerlingen lijkt me goed.